jelte hulzebos

Jelte studeerde orgel en klavecimbel aan het conservatorium te Groningen bij Wim van Beek en Jacques Ogg.
Hij behaalde voor orgel het Einddiploma Solospel ‘Cum Laude’ en zijn klavecimbelstudie sloot hij af met het behalen van het diploma Uitvoerend Musicus.

Hij verwierf het diploma Bachelor of Music voor orkestdirectie aan de Hogeschool voor de Kunsten Constantijn Huygens en het diploma voortgezette studie orkestdirectie aan de Messiaenacademie, beide bij Tilo Lehmann.

Als cantor-organist van de Nieuwe Kerk te Groningen is hij de vaste bespeler van het Timpe orgel uit 1831 en geeft hij leiding aan de Cantorij van de Nieuwe Kerk.
Sinds 1991 speelt hij een belangrijke rol in de organisatie en uitvoering van de maandelijkse cantatediensten in deze kerk. Daar voerde hij talrijke werken uit de 17de en 18de eeuw uit, waaronder Bach’s Hohe Messe, de Johannes-Passion en het Weihnachtsoratorium.
Jelte Hulzebos is dirigent van het Cantate Consort en het Gronings Kamerkoor.
Naast zijn concerterende activiteiten als organist, klavecinist en dirigent doceert hij in dezelfde vakgebieden

 

 

Artikel verschenen in het DAGBLAD van het NOORDEN, 3 april 2018:

 

Cantatedienst in de Nieuwe Kerk: Ook muzikaal brak het licht door.

Job van Schaik

 

 

 

 

De cantatedienst in de Nieuwe Kerk met dirigent Jelte Hulzebos.

Foto Geert Job Sevink

 

 

 

Het Cantate Consort van Jelte Hulzebos verzorgt al 25 jaar op de eerste zondagmiddag van de maand een cantatedienst in de Groningse Nieuwe Kerk. Ook op eerste paasdag.

Je kunt het toeval noemen. De uitvoering van de cantate Christ lag in Totesbanden was nog maar net begonnen of een zonnestraal viel door een van de ramen van de Nieuwe Kerk in Groningen, precies op het gezicht van altus David van Laar. Samen met sopraan Marian van der Heide zong hij het eerste duet uit de cantate die Johann Sebastian Bach schreef voor de paaszondag van het jaar 1707.

De overwinning van het licht

Even later brak de zon op meer plekken in de kerk door. En toen Van der Heide met tenor Sebastian Brouwer het tweede duet uit de cantate zong – met de tekstregels ‘Er ist selber die Sonne / der durch seinen Gnaden Glanz / erleuchtet unsre Herzen ganz’ – was het felle licht niet meer te vermijden. Heel toepasselijk allemaal, op de dag dat de overwinning van het licht op de duisternis werd gevierd: Christus’ opstanding uit de dood.

Ook de linkerhand van dirigent Jelte Hulzebos werd tijdens het tweede duet door een binnenvallende lichtstraal aangeraakt. Maar dat gebeurt eigenlijk al veel langer.

De Groningse dirigent en organist heeft in de Nieuwe Kerk een prachtige traditie neergezet met zijn cantatediensten op de eerste zondagmiddag van de maand. Inmiddels is hij aan de 25ste jaargang bezig.


‘Ik moet het hebben van goodwill’

Hulzebos heeft in de loop der jaren een vaste kern van musici om zich heen verzameld. ,,Allemaal barokspelers, allemaal professionals”, vertelde hij. ,,De meesten komen uit het westen van het land. Ik heb het geluk dat ze graag voor mij spelen en voor weinig geld een optimale prestatie leveren.
Ik moet het hebben van goodwill.” Het koor, met onder anderen CdK René Paas bij de bassen, bestaat uit goede, getrainde amateurzangers, waarvan de meesten ook bij andere koren actief zijn.

De cantatediensten trekken doorgaans tussen de 250 en 400 kerkgangers en dat zijn niet alleen gemeenteleden van de PKN Groningen. Hulzebos: ,,Het gaat echt om de muziek, met daaromheen een liturgie – een lied vooraf en aan het eind, wat orgelspel en een korte preek – die zo goed mogelijk aansluit bij de muziek.”

Geen paasjubel die is losgezongen van de schemer

Zo legde dominee Evert Jan Veldman op eerste paasdag in zijn overdenking een verband tussen de cantate die zojuist geklonken had, en de tweede, die na zijn korte preek op het programma stond: Bleib bei uns, denn es will Abend werden. Bach schreef die voor tweede paasdag van 1725.

,,Vanmiddag geen paasjubel zoals vanmorgen in deze kerk”, zei Veldman. Het ‘halleluja’ uit Bachs eerste cantate was volgens hem een aarzelend ‘hallelujah’ van iemand die net wakker is geworden. Veldman waarschuwde: ,,Er zit een gevaar in paasjubel die is losgezongen van de schemer. Daarmee kun je je angsten overschreeuwen.”

De duisternis mag dan overwonnen zijn, hij is niet verdwenen: onrecht en ellende genoeg in deze wereld. En om je daar tegen teweer te stellen, moet het licht gekoesterd worden, ook al valt de avondschemer in. En dat is waar het in de tweede cantate van Bach die het Cantate Consort zondagmiddag uitvoerde om gaat, ‘want het zal avond worden’.

‘Ik probeer het niveau nog steeds een beetje op te krikken’

Je kunt het toeval noemen. Na de preek viel het zonlicht niet langer door de ramen de Nieuwe Kerk binnen. Gelukkig brandde het licht muzikaal onverminderd voort. Het paaslicht leek zich te verinnerlijken, al kan het natuurlijk ook gewoon de hoge kwaliteit zijn geweest van de musici en het koor. ,,Ik probeer het niveau van de uitvoeringen na 25 jaar nog steeds een beetje op te krikken”, had Hulzebos al verteld. ,,Dat lukt aardig.”

Hij heeft dan ook geen plannen om te stoppen met het Cantate Consort, ook al is hij inmiddels 67 jaar. ,,Stokoud, ik weet het. En ik ben ook nog steeds organist hier. Ik stop binnenkort wel als cantor van de Nieuwe Kerk.” Maar niet de cantatediensten. ,,Veel te leuk! Ik kan doen wat ik wil: goede muziek maken met goede musici en we zijn nog niet failliet. Alles bij elkaar een ideale situatie.”